Dag 6a: Van Tólo via Mykene, Epidaurus naar Athene - Reisverslag uit Athene, Griekenland van A.R. Meijler - WaarBenJij.nu Dag 6a: Van Tólo via Mykene, Epidaurus naar Athene - Reisverslag uit Athene, Griekenland van A.R. Meijler - WaarBenJij.nu

Dag 6a: Van Tólo via Mykene, Epidaurus naar Athene

Door: A.R. Meijler

Blijf op de hoogte en volg A.R.

20 Mei 2009 | Griekenland, Athene

Dag 6: Via Mycene en Epidauros naar Athene

Dit wordt een lange dag, dat heet dus dat we vroeg met de bus vertrekken voor de mooie tocht door het groene berglandschap naar Mycene. Deze nederzetting behoort tot een van de oudste van Griekenland met de burcht van Agamemnon.

De geschiedenis van Mycene
De Myceense beschaving is een van de belangrijkste beschavingen geweest van het oude Griekenland. Over het algemeen worden de Myceners beschouwd als de eerste Grieken. De opkomst van de Myceense beschavingen is dus het begin van de klassieke Griekse cultuur. De Myceners worden gezien als de eerste Grieken, omdat zij de eersten waren, zover wij weten, die Grieks spraken.
De Achaeërs (2200-1600 v.Chr.)
Rond 2000 v.Chr. leefden er verspreid over heel Griekenland verschillende Indo-Europese stammen. Deze waren rond 2200 v.Chr. Griekenland binnengekomen. Zij hebben de oudste fase van de Griekse taal meegenomen en ook hun cultuurelementen en karaktereigenschappen, waren in de latere Griekse cultuur doorgedrukt. Zo vereerden zij ook het zelfde pantheon als dat, wat door de klassieke Grieken werd vereerd. Belangrijke goden waren onder andere Zeus, Hera, Poseidon, Hermes, Athene en Dionysus. Pas na ca. 1900 v.Chr. begonnen deze stammen, die samen de Achaeërs worden genoemd, een Grieks volk te vormen. Voor 1600 v.Chr. hebben zij het schiereiland Peloponessus bereikt en de oorspronkelijke voor-Griekse bevolking onderworpen. De Achaeërs hebben echter wel veel van de oorspronkelijke bewoners overgenomen. De op Peloponessus wonende Achaeërs worden ook wel Myceners genoemd.
De bloeiperiode (1600-1200 v.Chr.)
Toen de Myceners zich rond 1600 v.Chr. op de Peloponessus hadden gevestigd, begon de bloei van een nieuwe beschaving. Dit kon doordat ze zich blijvend op het schiereiland vestigden en niet verder reisden, vanwege het reizen kon voor 1600 ook nog geen beschaving ontstaan. De periode van bloei duurde zo’n vier tot vijf eeuwen. De periode tijdens deze bloei wordt de Myceense beschaving genoemd, naar de belangrijkste stad: Mycene
De Myceners waren een krijgsvolk, ze woonden in burchten, vestingen boven op akropolissen. Het rijk bestond uit verschillende kantons met elk een eigen hoofdplaats, de kantons samen vormden een militaire aristocratie. De inkomsten van de verschillende kantons waren gebaseerd op landbouw en veeteelt. De Myceners leefden daarnaast vooral van handel en plunderingen. Zo kwamen de Myceners al gauw in conflict met het rijk van Knossos op Kreta. Ze hebben veel op dat eiland geplunderd en waren verantwoordelijk voor de ondergang van de Minoïsche beschaving, die ergens in de 14e of 15e eeuw v.Chr. plaats vond.
Tussen 1400 en 1200 kende het Myceense rijk een periode van expansie. De Myceners hadden door intensief scheepvaartverkeer hun invloed in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en tot in Italië vergroot. In dit hele gebied hadden de Myceners handelscontacten met andere volken, plunderen deden ze daarnaast nog steeds. De belangrijkste handelspartners waren de Egyptenaren uit het Nieuwe Rijk en de volken die in Klein-Azië leefden.
[De ondergang (1200-1000 v.Chr.)
Na ruim 200 jaar overwicht van de Myceense beschaving in het oostelijk Middellandse Zeegebied, begon de neergang van de Myceense beschaving. Er waren drie belangrijke factoren. Ten eerste ging het economisch slecht in het rijk. Daarnaast was er onderlinge rivaliteit tussen verschillende volken in het gebied. De belangrijkste oorzaak is het binnenvallen van andere volken vanuit het noorden van Griekenland. De verwarring van deze tijd strekte zich uit over een groot deel van het mediterrane gebied, zie: brandcatastrofe
Rond 1150 begonnen de invallen van onder anderen de Doriërs. Er werd veel gevochten tussen de Myceners en de vijandelijke volken. De Myceners verlieten de steden en de politieke eenheid verdween. Ze werden naar het zuiden en het oosten van de Peloponessus gedreven en verslagen. De Ioniërs namen de kust en Klein-Azië in waar de Myceners ook macht hadden. De Myceense beschaving ging ten onder terwijl de Doriërs zich verspreidden over de Peloponessus en de Ioniërs zich over Griekse eilanden. Rond 1000 v.Chr. was er een einde aan de Myceense beschaving gekomen.

De Mythologie
Volgens de mythologie zou Mycene zijn gesticht door Perseus, de zoon van Zeus en Danaë. Hij zou de stadsmuur hebben gebouwd met de hulp van de **Cyclopen, de reuzen met een oog in het midden. Zij waren gespecialiseerd in het bouwen van muren met reusachtige rotsblokken. Na de Perseïden heersten de Atriden over de stad. Hun complexe geschiedenis waar de wraak en het noodlot als een rode draad doorheen lopen is verteld door Homerus in zijn Ilias.
Agamemnon. Hij is de zoon van Atreus, koning van Mycene, en Airope. Agamemnon had een broer Menelaos en een zus Anaxibia
Bij de Trojaanse oorlog, die werd gevoerd voor Menelaos was Agamemnon legeraanvoerder. Agamemnon was getrouwd met de halfzus van Helena (Menelaos' vrouw, die dus in Troje bij Paris zat), Klytaimnestra. Helena omschrijft haar zwager in boek drie van de Ilias als ‘machtige heerser, een goed koning en een krachtige lansvechter’. Agamemnon was niet alleen koning van Mykene, maar had bevel over een groot deel van de Peloponnesos. Daarbij was hij koning over zee, omdat hij het grootste aandeel aan schepen had in de oorlog tegen de Trojanen. Niet voor niets was Agamemnon, ‘het meest konings’.
Tot aan het moment dat Hector Patrokles doodt is het hoofdthema van de Ilias van Homerus de twist tussen Agamemnon en Achilles. Wanneer Agamemnon de slavin Briseis, het eergeschenk aan Achilles, van Achilles afpakt wordt deze woedend. Hij wil niet meer meevechten in de oorlog tegen Troje. Later in het boek probeert Agamemnon Achilles over te halen weer mee te vechten door hem immense cadeaus te beloven. Achilles wil hier echter niks van weten.
In 1876 vond de archeoloog Heinrich Schliemann, die later Troje zou ‘ontdekken’, een gouden masker dat waarschijnlijk koning Agamemnon voorstelt. Het masker trektnog altijd vele bezoekers in het Nationaal Archeologisch Museum in Mykene en is niet alleen het symbool voor de bloeiperiode van Mykene in de bronstijd, maar ook van het epos van Homerus.
Aegisthus spoort Klytaimnestra aan om Agamemnon te doden
Agamemnon had aan Artemis beloofd het mooiste dat hij ving bij de jacht te zullen offeren. Dat deed hij niet en daarom liet Artemis een ongunstige wind opsteken zodat de Grieken niet naar Troje konden vertrekken. Om toch een gunstige wind te krijgen, moest hij, onder druk van het leger, zijn dochter Iphigineia offeren. Zijn vrouw, Klytaimnestra, was woedend. Volgens een ander verhaal was Agamemnon vlak voor het vertrek op jacht geweest. Één van de herten die hij doodde, was één van de lievelingsherten van Artemis. Toen hij daarna ook nog beweerde beter te kunnen jagen dan Artemis, zorgde de godin voor een windstilte, zodat de Grieken niet naar Troje konden afvaren.
Tijdens de oorlog, waardoor welke Agamemnon jarenlang van huis was, begon Klytaimnestra een relatie met Aigisthos, zoon van Thyestes (dus Agamemnons neef). Toen Agamemnon als overwinnaar terugkwam van Troje, met onder andere de Trojaanse prinses Kassandra als oorlogsbuit, vermoordde Aigisthos hem in bad. Een ander verhaal suggereert dat Aigisthos Klytaimnestra overhaalt Agamemnon te vermoorden in datzelfde bad.
Agamemnon en Klytaimestra hadden vier kinderen: Iphigeneia, Elektra, Chrysotemis en Orestes. Chrysostemis speelde geen belangrijke rol in de Griekse mythologie en wordt daarom vaak weggelaten. De andere drie kinderen droegen de Tantalusvloek verder mee in hun leven. Elektra en Orestes wreekten hun vader door hun moeder en haar minnaar te vermoorden.
Het Tantalos-geslacht


Stamboom Tantalos-geslacht.
Agamemnon vormt samen met zijn broer Menelaos en zijn neef Aigisthos de vierde generatie van het Tantalos-geslacht (zie afbeelding). Het geslacht werd voortdurend gekweld door straffen van de goden, waarvan de oorzaak ook bij de goden zelf lag.
Tantalos, de stamvader, was een schatrijke koning in Klein-Azië en leefde op gelijke voet met de goden. Hij wilde hun alwetendheid op de proef stellen en nodigde de goden uit voor een diner waarvoor hij zijn eigen zoon Pelops doodde en die voorschotelde. Alle goden weigerden te eten, behalve Demeter, die uit verdriet over haar dochter die in de onderwereld verkeerde haar gedachten er niet zo bij had, en een stuk van de schouder van Pelops at. Vervolgens werd Pelops weer tot leven gewekt en kreeg hij een ivoren schouder.
De goden straften Tantalos in de Tartaros met de bekende Tantaluskwelling; altijd vastgebonden, honger en dorst lijdend, terwijl water net zijn mond niet bereikte en appels die boven hem net buiten bereik hingen.
Tantalos had een dochter, Niobe. Die beledigde Leto (de moeder van Apollon en Artemis) met het feit dat Leto maar twee kinderen had en zijzelf veertien. Apollon en Artemis wreekten hun moeder voor deze belediging. Artemis doodde alle dochters van Niobe en Apollon al haar zonen.
Pelops had ook twee zonen, Thyestes en Atreus. Beide zonen vochten een aantal keren voor de troon. Uiteindelijk was het Atreus die standhield.
Atreus kreeg twee zonen: Agamemnon en Menelaos. Agamemnon werd koning van Mycene, Menelaos van Sparta.
.
** De cycloop Polyphemos
In de Odyssee van Homeros komt de heros Odysseus in een van zijn omzwervingen terecht op het eiland der cyclopen. Hij wordt met 12 van zijn mannen gevangengenomen in de grot van de cycloop Polyphemos, een zoon van Poseidon. Polyphemos houdt wel van iets anders dan een schapenboutje. Elke avond en ochtend vreet Polyphemos twee van de mannen van Odysseus op; daarom bedenkt Odysseus een list.
Odysseus voert de reus dronken en op de vraag van de cycloop, hoe Odysseus heet, antwoordt hij 'Niemand'. Als Polyphemos versuft van de wijn en het eten in slaap valt steken de mannen met een brandende, gepunte staak het oog van Polyphemos uit.
Woedend van de pijn wordt de cycloop wakker. Hij roept om hulp naar de andere cyclopen. Zij komen op het kabaal af en vragen hem wat er aan de hand is. Polyphemos antwoordt: 'Niemand heeft mijn oog uitgestoken en Niemand is ontsnapt. Ik ben op Niemand boos!' De cyclopen denken dat Polyphemos gek is geworden en gaan weer slapen. De volgende ochtend kan Polyphemos de mannen op de tast niet vinden tussen de schapen. Hij gaat bij de ingang van de grot staan wetende dat zijn schapen naar de weide gaan. Om toch te kunnen ontsnappen bindt Odysseus zijn mannen onder schapen. Hij als enige overgeblevene kan zichzelf niet vastbinden maar houdt zich vast aan de haren van de grootste ram. Als de schapen 's ochtends de grot verlaten praat Polyphemos tegen zijn lievelingsram, niet wetende dat Odysseus zich vasthoudt onder de buik. Odysseus en zijn mannen weten zo te ontkomen en stelen bovendien de vette schapen van de reus.
Als Polyphemos later merkt dat de mannen zich niet meer in de grot bevinden ontsteekt hij in woede.
Wanneer de mannen wegroeien, roept Odysseus de reus na. De woedende Polyphemos gooit een rotsblok naar het schip. Dan nog houdt Odysseus zich niet stil en noemt zijn echte naam. Een tweede rotsblok, dat achter het schip belandt, geeft het een grote snelheid, weg van het eiland. De gekwetste Polyphemos bidt tot zijn vader Poseidon om hem te wreken. Poseidon zou Odysseus gedurende de rest van zijn lange reis tegenwerken waar hij kon

Bezoek aan de Akropolis
** Cyclopische muur: Deze muur opgetrokken uit gigantische rotsblokken dateert uit de 14e en 15e eeuw v. Chr. Ze hebben een dikte van 3 tot 8m.
** Leeuwenpoort: Dit is de hoofdingang van de Akropolis. De naam dankt ze aan de leeuwinnen die in reliëf zijn gebeeldhouwd op het kolossale monolithische timpaan en symboliseert de macht van Mycene.
Koninklijke grafcirkel.
Deze bevatte zes graven met rechthoekige kuilen en met daarboven grafstenen, versierd met jachttaferelen . In de graven lagen de lichamen van acht mannen, negen vrouwen en twee kinderen. Daarnaast een rijke dodenschat. Er zijn gouden voorwerpen gevonden. De doden droegen een gouden dodenmasker, waarvan de afdruk meteen na hun overlijden rechtstreeks op hun gezicht werd gemaakt.

We vervolgden de weg naar het hoogste punt de Tempel van Athena. Slechts enkele fundamenten zijn hiervan over. Het uitzicht is echter schitterend.
Tenslotte bezochten we de Schatkamer van Atreüs.

Tegen het eind van de ochtend maakten we na een lunchpauzestop. Om onze route daarna te vervolgen naar Epidaurus.


EPIDAURUS
In het teken van de esculaap – Asklepios, de zoon van Apollo en Koronis, prinses van Beotië werd opgevoed door een geit en de centauer, Chiron, die hem de chirurgie en plantengeneeskunde aanleerde. De jonge Asklepios was zeer talentvol en kon zelfs de doden tot leven wekken. Hij haalde zich hiermee de vijandigheid van Hades en Zeus op de hals, omdat deze macht alleen voor goden was bestemd. De jaloerse Zeus bliksemde Aesculapius neer. Hij werd begraven in Epidaurus.
De grote Griekse geneeskundigen, zoals de beroemde Hippokrates beriepen zich op zijn kennis. Asklepios werd meestal voorgesteld als een bebaarde man steunend op een wichelroede, waaronder de magische slang kronkelde.
Epidaurus werd een bedevaartsplaats. Na de offerande en de zuiveringsrituelen, brachten de zieken de nacht door in de heilige slaapzaal (abaton)waar ze sliepen op de huiden van dieren die geslacht werden als verzoeningsoffer.
Tijdens hun slaap verscheen Asulapius en genas hen. Ook verscheen hij in hun droom, die dan door de priesters werd geïnterpreteerd en omgezet in tot een therapie met oefeningen of rust. Baden of intellectuele prikkelingen. Daarom zijn er een theater en sportfaciliteiten aanwezig. ( Stadion, Gymnasium, Palaestra, in het heiligdom. Elk jaar werden er de Asklepeia gehouden, panhelleense feesten met sportwedstrijden en toneel- of muziekwedstrijden. Genezen patiënten betuigden hun dank met een haantje te offeren of een votief dat het genezen lichaamsdeel voorstelde. (dit gebruik zien we nu nog terug in de kerken).
In 1988 is het Heilgdom van Asklepios geplaatst op de Wereld Erfgoedlijst van de Unesco.
Heel lang konden we niet blijven in Epidaurus, omdat we die avond terug naar het hotel in Athene gingen.

HET KANAAL VAN KORINTHE

Om weer op het vasteland te komen staken we nu het:
Kanaal van Korinthe over.
Geschiedenis
De stormachtige zuidpunt van de Peloponnesos was in de Oudheid een gevreesde kaap. Daarom werden vrachtschepen liever aan de ene oever van de landengte uitgeladen, op ossenwagens 6 km over de "diolkos" (een soort primitieve spoorlijn waarvan nog resten te zien zijn) getrokken en aan de andere kant weer te water gelaten en ingeladen. Dit intense vrachtverkeer heeft de rijkdom van Korinthe veroorzaakt, en er werden al vroeg plannen gemaakt voor de aanleg van een kanaal.
Historische bronnen vermelden dat de Corinthische tiran Periander de eerste was die concrete pogingen ondernam om de landengte door te snijden. Hij kwam echter al gauw tot de conclusie dat hij te veel hooi op zijn vork had genomen, nadat het orakel van Delphi een negatief advies had gegeven.
Drie eeuwen later haalde de ambitieuze Demetrius Poliorcetes de plannen opnieuw uit de koelkast, maar ging uiteindelijk niet tot de actie over, omdat zijn ingenieurs berekend [?] hadden dat er een groot hoogteverschil bestond tussen de Corinthische en de Saronische golf, en dat de verbinding van beide zeeën catastrofale gevolgen zou hebben voor de Saronische eilanden.
De Romeinse ingenieurs van Julius Caesar en Caligula gingen opnieuw aan het meten, resp. in 44 v. en 37 na Chr., en kwamen tot dezelfde foutieve conclusie. Maar de excentrieke keizer Nero bezat genoeg grootheidswaanzin om in 66 na Chr. de eerste (gouden!) spade in de grond te steken. Dat ging gepaard met indrukwekkend ritueel vertoon, waarbij vooral de gunst van Poseidon werd afgesmeekt. Vervolgens werd er uit alle macht verder gespit door 6000 joodse dwangarbeiders. Aan de ene kant vorderde men 2 km, aan de andere kant 1,5 km, maar om allerlei redenen werd het werk op een bepaald moment gestaakt.
Ook Herodes Atticus probeerde het later nog eens, en de Byzantijnen en Venetianen raakten niet verder dan de fase van het brainstormen. Pas in 1882 werden de werken met Frans kapitaal en moderne middelen hervat (op 23 april), en tenslotte in 1893 voltooid, al dreigde het ook toen nog even mis te gaan door een faillissement van de Franse kanaalmaatschappij. Nadat een Grieks consortium onder de geldschieter Andreas Syngros (1830-1899) de leiding van de werken had overgenomen, werd het op 25 juli 1893 opengesteld voor de scheepvaart.
De doortocht van het kanaal werd enkele malen geblokkeerd door instortende delen. Zo liet de Duitse Wehrmacht bij de aftocht in 1944 de bruggen opblazen en een reeks treinstellen in het water neerstorten. Pas op het einde van de burgeroorlog, in 1949, kon het kanaal weer opengaan voor de scheepvaart.
In een tijd waarin enorme containerschepen met gemak weer om de kaap heen varen is het kanaal nu in feite overbodig geworden, maar het wordt nog wel door kleine vrachtschepen gebruikt





Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

A.R.

SCHATTEN VAN DE PELOPPONESOS. Georganiseerde excursiereis van SRC CULTUURVAKANTIES

Actief sinds 06 Juli 2009
Verslag gelezen: 1232
Totaal aantal bezoekers 19628

Voorgaande reizen:

15 Mei 2009 - 26 Mei 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: